Tweede concert van de serie Polygnota: gisteren muze, vandaag componist.
Rosa García Ascot (1902-2002) was een exponent van de muziek van Manuel Falla, en tevens zijn enige vrouwelijke leerling.
Voodat ze studeerde bij Falla in Madrid, was ze leerling van Felipe Pedrell, en later van Enrique Granados. De eerste tien jaren van haar carrière was zij actief als soliste en gaf ze concerten en recitals tijdens talrijke concerttours. Daarna trad ze minder vaak op voor publiek en bleef haar optreden beperkt tot speciale gelegenheden.
Als enige vrouwelijke componist was ze lid van de Groep van Acht, oftewel de muziek Generatie van ’27, die verder bestond uit Julián Bautista, Ernesto Halffter en zijn broer Rodolfo, Juan José Mantecón, Fernando Remacha, Salvador Bacarisse enGustavo Pittaluga.
Ze is de meest geciteerde vrouwelijke componist in de handboeken van de Spaanse muziekgeschiedenis. Echter, tijdens haar leven werden slechts drie werken van haar gepubliceerd: Allegretto de una Sonatina , Escena-La novia y la mendiga in het Catalaanse tijdschrift Feminal, en Preludio, gepubliceerd in Mexico in 1947. Haar belangrijkste composities waren Suite para orquesta, Preludio, en el Concierto para piano y orquesta.
Ze overleed een maand na haar honderdste verjaardag in Torrelaguna (Madrid).
Nadia Boulanger, (París, 1887-1977) was een intellectueel en een lerares Frans die tevens uitblonk als componist, pianist, organist en orkestdirigent.
Ze werd geboren in een familie van musici, hetgeen zonder twijfel van invloed is geweest op haar kennismaking met de muziek op jonge leeftijd en de gedegen muzikale opvoeding die ze genoot. Paul Valéry omschreef haar als “De belichaming van de muziek”. Ze vormde en gaf les aan vele van de grote 20e eeuwse componisten, en volgens de componist Ned Rorem was ze “de belangrijkste muziekpedagoge die ooit heeft bestaan”. Volgens berekening heeft ze meer dan 1200 leerlingen gehad.
Nadia Boulanger ontving de meest prestigeuze prijs die aan een musicus in Frankrijk kan worden toegekend, de Grand Prix de Rome. Als orkestdirigent behoorde ze tot de pioniers die de muziek van Claudio Monteverdi opnieuw uitvoerden en ze was de eerste vrouwelijke dirigent van de Royal Philharmonic Society in Londen, het Boston Symphony Orchestra en het New York Philharmonic Orchestra.
Ze stopte met componeren na de dood van haar zus Lily in 1918 en wijdde zich vanaf dat moment aan het opnieuw uitvoeren en verspreiden van het werk dat haar zus, waarvan ze altijd vond dat die meer talent had voor componeren dan zijzelf.